Te laat

Het spijt me, uw naam staat niet op de gastenlijst,’ zegt de man in een zwart pak met wit gesteven overhemd.

‘Maar dat kan niet, ik ben haar …’

‘Ik heb duidelijke instructies gekregen: alleen de genodigden mogen binnenkomen.’

 

Nog eenmaal kijk ik naar de verlichte feestzaal. Vanuit de verte zie ik bruid en bruidegom, omgeven door familie en vrienden.

De bruid in een wit pak, de bruidegom in het zwart.

 

Buiten regent het, maar de paraplu laat ik in mijn tas liggen. Ik had het kunnen weten, dat ik niet welkom zou zijn. Waarom ben ik niet gewoon thuisgebleven?

Zijn laatste woorden echoën in mijn hoofd:

‘Pa, houd van me om wie ik ben.’

Als ik toen niet weggelopen was …

 

@Nel Goudriaan 01-10-2018

Ontkomen

Net op tijd stapt ze in lijn 13. Een walm van knoflook, de muffe geur van regenjassen, een kruidig parfum dringen zich op.

Ze zet een stapje opzij om zich te ontworstelen aan een lijf dat tegen haar aandrukt. Tevergeefs.

Er rest niets dan mee te deinen met de massa. 

 

Bij de Westerkerk verlaten mensen de tram. Eindelijk komt er bewegingsruimte. In een fractie van een seconde is er plotseling dat blinkende mes. Gericht op haar. Een man kijkt haar strak aan. Vreemd genoeg voelt ze geen paniek. Er daalt een merkwaardige rust over haar neer.

‘Jij gaat eraan,’ fluistert hij. De woorden bereiken haar niet: alsof ze ketsen tegen een muur.

Pas in de nacht schreeuwt ze het uit.

 

@Nel Goudriaan 9 april 2018 Themawoord ‘Tram’.

Dit verhaal werd weekwinnaar (week 15, 2018)

De keuze

‘Is er een alternatief?’ vraagt ze.

Ze schuift onrustig op haar stoel heen en weer. Haar ogen zijn roodomrand.

‘Ik denk dat je zelf het antwoord wel weet. Er is altijd een andere mogelijkheid. Alleen jij kunt de keuze maken.’

‘Hoe kan ik kiezen uit twee kwaden?’

‘Soms heeft het leven niet meer te bieden dan het minst slechte.’

 

Ze loopt op straat in de lentezon. Om haar heen klinken vrolijke stemmen. Kinderen huppelen en zingen. Zij voelt zich buitengesloten, een levende dode.

Plotseling speelt het carillon ‘Merck toch hoe sterck’ uit Valerius Gedenck-clanck. De klanken van de muziek raken haar. Ze voelt weer dat ze leeft. Niemand kan haar dit moment afpakken.

Ze hoeft niet te kiezen, nog niet.