Ballade van de ontheemden

Ballade van de ontheemden

 

ze trekken voort in eindeloze rijen

ver weg van huis en haard

van jong tot hoogbejaard

een kreupele grijsaard zucht en baby’s schreien

 

vernederd, geschopt en geslagen

te veel om te verdragen 

 

met schamele resten van een vorig leven

een shirt, een pop, wat geld

een medicijn, een speld

zijn zij uit eigen vaderland verdreven

 

vernederd, geschopt en geslagen

te veel om te verdragen 

 

trotserend bittere kou en felle regen

een schamel onderdak

veel leed en ongemak

langs ongebaande grauwe wegen

 

vernederd, geschopt en geslagen

te veel om te verdragen

 

hun toekomstdromen zijn uiteengereten

de vijand sluimert overal

dorpen en steden in verval

ze zijn door god en mens vergeten 

 

vernederd, geschopt en geslagen

wie kan het onrecht nog verdragen?

 

@Nel Goudriaan december 2016

Panta Rhei

Zij meandert zich moedig

een weg door het landschap

Ze verovert haar plaats

Alles moet wijken

als zij buiten haar oevers treedt

 

In de lente omarmen sierlijke lussen

lieflijke groene weiden

Koeien staren dromerig

naar hun spiegelbeeld

 

Ik kijk naar de jongen met de rode pet

die steentjes op het water werpt

Ze vormen steeds grotere kringen

Zijn gezicht straalt

 

Langs de rivier wandelt een vrouw

Ze vertraagt haar pas

en staat stil

als ze een meeuw ziet

die over het water vliegt

 

In de verte verbindt een brug

de oevers van de rivier

Ik zie een man

voorovergebogen

op de railing staan

 

Ik wijk niet van je zijde

en voel je kracht

Mijn bloed bruist

Alles stroomt

Panta Rhei

 

@Nel Goudriaan 14 maart 2016

Achter prikkeldraad

De angst regeert

geen bescherming

van wachters op de muren

maar wachtposten

achter prikkeldraad

die ranselen en roven

 

De honger regeert

geen brood op de planken

maar op de grond

ziekmakende en schimmelende

hompen

waarom gevochten wordt

 

De kou regeert

geen warme kleren

maar rafelige lompen

die hun schamele lijf

slechts ternauwernood bedekken

 

Het wantrouwen regeert

wie kun je vertrouwen

In deze poel van ellende?

 

De dood regeert

nergens het geluid

van een spelend kind

maar het kermen

van kinderen

die zich in nood

vastklampen

aan hun desolate moeder

 

De haat regeert

soldaten schoppen

wild om zich heen

vertrappen mensen

en aaien soms een hond

 

Is er nog hoop

een sprankje licht

in deze diepe duisternis

van dit troosteloze getto?

 

@Nel Goudriaan 2 mei 2016

Rode bessen

Ik keer terug naar het weiland

koeien staren me dromerig aan

dit is de plek

waar wij samen speelden en lachten

 

Ik zie struiken vol rode bessen

ooit plukten wij emmers vol

te zwaar om te dragen

voor onze kinderhanden

 

Ik kijk naar het lege huis

en weer regent het

de ruiten zijn beslagen

tevergeefs zoek ik naar jou

 

Ik keer terug naar mijn stad

en koop rode bessen

verpakt in plastic

bij de supermarkt

 

Ik weet niet waar je bent

ik weet niet wie je bent

ik weet niet of je me herkent

niets weet ik meer

 

Alleen dit

ik word verteerd door heimwee

naar de pure smaak

van rode bessen

met de hand geplukt

door jou en mij

 

@Nel Goudriaan  26 juni 2016

Love me tender

Slechts één cola

voor ons samen.

Urenlang nipten we

beurtelings aan het glas

tot het halfvol was.

Halfleeg

kwam in ons woordenboek

niet voor.

 

Vanuit de verte

lonkte verleidelijk

de jukebox

Haar felgekleurde lichten

wenkten ons:

kom en kies

 

We hadden slechts één kwartje

voor ons samen

Urenlang dubden wij

welke muziek

er zou klinken

speciaal voor ons

 

We liepen samen naar de hoek

en wierpen het kwartje

in de glanzende gleuf

Beurtelings tipten onze vingers

de nummers

die we kozen

 

Jij danste terug naar onze plaats

ik pakte je hand

en danste met je mee

Het café was van ons

van ons alleen

 

Love me tender

love me sweet

never let me go’

 

zong Elvis

en we waren gelukkig

 

@Nel Goudriaan 27 juni 2016

Sprakeloos

"Zoals je praat,

met je tanden in mijn mond

en je oren om mijn tong

zal geen pen ooit praten..."

 Remco Campert, Vergeefs gedicht

 

Sprakeloos

 

Al zou mijn pen duizenden lieve woorden fluisteren 

of miljoenen woorden schallen over diepblauwe wateren 

als jij mij niet aanraakt met zachte vingers

als jij je tanden niet zet in mijn stugge vlees

kon ik alleen maar zwijgen

 

Al zou ik je schilderen in tinten van oranjerood tot smaragdgroen

je laten zwemmen in azuurblauwe zeeën

als jij mijn oog niet verblindt met jouw stralende aanwezigheid

als jij mijn vingers niet streelt met jouw zachte handen

was mijn inkt opgedroogd

 

Al zou je zo tastbaar zijn in mijn dromen 

dat ik je zachte haren en en je oren kon strelen 

en als ik ontwaak mijn pen zou pakken

om jou te omvatten

als jij zwijgt

Zwijgt mijn pen voorgoed.

 

@Nel Goudriaan 14 juli 2016

Lichtstad

Lichtstad

 

Leeg is het huis, kaal zijn de muren.

Witte plekken verraden afwezige schilderijen.

Hier woonden en leefden zij.

Daar in de hoek stond zijn stoel.

Intens genietend rookte hij pijp, later sigaar

Langzaam kleurde het plafond lichtbruin.

 

Leeg is de keuken. kaal zijn de planken

Potten, pannen, pollepels wachten

bij de kringloop op een nieuw bestaan.

Nooit meer de geuren van hutspot of gebakken schol.

Nooit meer van oud naar nieuw met verse oliebol

 

Vol is de container met huisraad

ooit gekoesterd, nu oud vuil.

Het harmonium is uitgespeeld.

Ik red de recorder compleet met band

onder het puin vandaan

 

De lege kamer vult zich

met klanken van koorgezang

‘Lichtstad met de paarlen poorten.’

En even zijn ze zeer nabij.

 

Nel Goudriaan 21 september 2016

Zolang

Zolang

 

Zolang er water uit de kraan blijft stromen

Zolang er winden waaien door de bomen

Zolang er mussen tjilpen in de tuinen

Zolang er bladeren ruisen in de kruinen

Zolang mijn voeten in de aarde staan

Ben jij niet ver bij mij vandaan

 

Zolang er vossen slapen in hun holen

Zolang er schapen door de weiden dolen

Zolang de witte waterlelie bloeit

Zolang de wilde kamperfoelie groeit

Zolang mijn voeten in de aarde staan

Ben jij niet ver bij mij vandaan

 

Zolang de boerenzwaluw zuidwaarts vliegt

Zolang een moeder teer haar eerstgeborene wiegt

Zolang er druiventrossen aan de wijnstok hangen

Zolang de perenbomen rijpe vrucht ontvangen

Zolang mijn voeten in de aarde staan

Ben ik niet ver bij jou vandaan

 

@Nel Goudriaan november 2016

Tien kleine dichtertjes

Tien kleine dichtertjes

Rijmden in de regen

Een vloog uit zijn metrum 

En toen waren er nog negen 

 

Negen kleine dichtertjes

Staarden in de nacht

Eentje sprong van een kwatrijn

Toen waren er nog acht

 

Acht kleine dichtertjes

Schreven voor hun leven

Een viel van zijn versvoet

Toen waren er nog zeven 

 

Zeven kleine dichtertjes

Grepen naar de fles 

Een gleed van zijn strofe af

Toen waren er nog zes

 

Zes kleine dichtertjes

Hielden hun jamben stijf

Een struikelde over de klemtoon 

Toen waren er nog vijf

 

Vijf kleine dichtertjes

Maakten veel plezier

Een brak zijn nek op een sonnet 

Toen waren er nog vier

 

Vier kleine dichtertjes

Bedreven de poëzie 

Een verdronk in de tranenzee

Toen waren er nog drie

 

Drie kleine dichtertjes 

Vonden parabolen wel okay 

Een was een beetje levensmoe

Toen waren er nog twee

 

Twee kleine dichtertjes

Bleven op de been

Voor een was zijn trochee te zwaar

Toen was er nog maar een

 

Een klein dichtertje

Hing aan de wilgen toen zijn lier

en raad eens wie die dichter is

Dat dichtertje staat hier 

 

@Nel Goudriaan 10 december 2016

Stille getuigen

Stille getuigen

Gedichten bij 'Kunst van Komrij' in Villa Mondriaan Winterswijk

 

I

Ze lopen me voorbij

vluchtig

aarzelend

soms staan ze stil

mij zien ze niet

ze zien slechts 

in mijn spiegel 

hun eigen beeld

 

II

Liever ben ik onzichtbaar

in plaats van hier te kijk te staan

voor vele onbekenden

Maar nu je hier toch bent

vreemdeling 

zie mij aan

en deel 

mijn stil verdriet 

 

III

Ik sta hier in het middelpunt

voor iedereen te kijk

ze doorgronden me

denken zij

ze lijden 

aan zelfoverschatting 

denk ik

 

IV

onbeschaamd

schuifelen ze voorbij 

werpen hun blikken

op mij

doorboren 

met scherpe pijlen 

mijn ziel

afweergeschut

voor eigen pijn

ik verdraag het 

hun spiegel te zijn 

 

 @ Nel Goudriaan december 2016