Pakjesavond

In de badkamer ontbreekt de witte wasmand. GertJan gooit zijn vuile kleding op de grond.

Vanavond zal de mand op de eettafel staan, gevuld met cadeaus.

Geen surprises, want ‘aan die flauwekul doen wij niet mee,’ zei moeder altijd.

Geen Sinterklaas, geen zwarte piet: ‘Allemaal toneelspel.’

Een verlanglijstje heeft hij dit jaar niet gemaakt.

‘Wij geven alleen nuttige geschenken.’


Op tafel liggen de uitgepakte cadeaus: zelfgebreide wanten, sokken, een sjaal en een nieuwe pyjama.

‘Ben je er blij mee?’ vraagt moeder.

Hij knikt. 

 

Roze hartjes van fondant, meegebracht door oma, lonken. Zijn tong glijdt zacht over het bedwelmende zoet.


Eva

Goedemorgen,’ klinkt de heldere stem van de directeur, ‘hier is een nieuwe klasgenoot. Is er nog een plekje vrij?’

Naast hem staat een meisje: frêle met lange goudblonde haren. Haar ogen gericht op de vloer. Ze draagt een zachtroze trui.

‘Dit is Eva.’

GertJan kijkt naar de lege stoel aan zijn linkerzijde: de enige.

‘Ga daar maar zitten,’ zegt de directeur, ‘prima plek zo vooraan.’


Uit een leren schooltas pakt ze pas gekafte boeken.

Ze geurt naar frisse buitenlucht en Maja zeep. GertJan onderdrukt de neiging de zachte stof van haar trui aan te raken.

‘Welkom Eva,’ fluistert hij.

Hoge hakken


‘GertJan,heb je mijn vraag eigenlijk wel gehoord?’

De klas lacht.

‘Ik, eh, ...’

‘Ik hoor het al, je zit weer eens te dromen.’

Hij kijkt naar beneden en ziet onder de bank de schoenen van Eva: rode puntige schoenen met hoge hakken.

“Goddeloze punten,’ zou zijn moeder zeggen.

Direct gaat hij rechtop zitten; het is alsof haar afkeurende blik ook hier dwars door hem heen priemt.


Als het lesuur afgelopen is, drommen de meisjes om Eva samen. Vragen wellen op, ze beantwoordt ze met zachte welluidende stem. Haar lippen glanzen. Haar wangen blozen appelrood.

Warmte doortrekt zijn lijf.

Roze verleiding


‘Hoe was het op school?’ vraagt zijn moeder.

‘Goed, vandaag kwam er een nieuw meisje in mijn klas: Eva.’

‘Dat is vast de dochter van de mensen die pas in het dorp zijn komen wonen. Ze kennen God noch gebod en leven er maar op los.’

‘Hoe weet u dat nu?’

‘Ze zijn geen lid van onze kerk, lichtzinnige lui.’

‘Ik vind haar gewoon aardig.’

‘Ik sta absoluut niet toe dat je met haar omgaat.’


GertJan loopt naar zijn kamer, opent de doos onder zijn bed.

Hij streelt de roze jurk van zijn Barbiepop.

‘Ik noem je voortaan Eva.’