Reünie

Lang staart hij naar de uitnodiging: een reünie van het Rehoboth College. Uit de kast neemt hij een album en bladert tot hij de foto vindt van de werkweek in de vijfde klas van het Gymnasium. Een onvergetelijke week in Rome. Hij ziet zichzelf: een magere jongen van zestien met puistjes, maar zijn ogen stralen. Naast hem zit Peter met zijn prachtige gespierde en gebruinde lijf. Weer voelt hij die warmte, de pijn, het verlangen ..

Al die jaren heeft hij geprobeerd hem te vergeten, uiteindelijk is het gelukt, maar nu laaien zijn gevoelens weer op in alle hevigheid.

 

Hij denkt aan de voorlaatste avond, toen ze met een klein groepje buiten zaten. Op het laatst bleven alleen Peter en hij over. Ze zaten dicht tegen elkaar aan en zwegen. Nog nooit had hij zich zo gelukkig gevoeld. Zonder woorden wist hij dat ze elkaar begrepen. Maar ook was er die intense droefheid: het kon niet en het mocht niet ...

Zou Peter naar de reünie komen? Of misschien juist niet?

Hij legt het fotoboek terug en loopt naar zijn studeerkamer. Hij opent de kast met daarin alle barbiepoppen die hij gedurende vele jaren heeft verzameld. Een aantal ervan zet hij op een rijtje op de bank en kijkt  ernaar. Wie is hij geworden? Een man die met zielloze poppen speelt? Een man die de leegte opvult met een roze fantasiewereld?

Een man van aanzien in een kleine besloten wereld, die met gesloten ogen leeft.

   ‘Ik ga naar de reünie,’ zegt hij hardop. Tegelijkertijd huivert hij: de ontmoeting met zijn vroegere klasgenoten, ook die meiden die hem zo minachtend konden aankijken en hem een ‘mietje’ noemden. 

Maar zijn verlangen om Peter terug te zien, is sterker dan zijn angst.

Hij kijkt naar zichzelf in de spiegel en ziet een grijze muis, saai en onopvallend gekleed.

Het is nog vroeg in de middag, tijd genoeg om naar de stad te gaan. Niet om bij de Blokker barbiepoppen te kopen, maar om in een moderne kledingzaak nieuwe, kleurige kleding te kopen voor de reünie.