Eenwoordpoêzie

Op Facebook is op initiatief van onder andere Gijs ter Haar een groep actief die eenwoordspoëzie verzamelt met als doel om te komen tot een Eenwoordpoëziewoordenboek van de Nederlandse Taal.

Hier plaats ik mijn bijdragen.

De definitie heb ik overgenomen:

25 augustus 2018

Zotteklapvee - publiek dat wordt ingehuurd om te klappen voor lariekoek

(zotteklap - klapvee) (16)

Mallemoerdop - afdekdop voor bouten en moeren die na één keer gebruiken al kapot is

(mallemoer - moerdop) (16)

Carnavaleur - 1. de waarde van het carnaval 2. het vieren van carnaval heeft zijn prijs 

(carnaval - valeur) (16)

Puistenkopzorgen- zorgen van een puber met acné

(puistenkop - kopzorgen) (16) 

Boerenkinkelner - kelner die zich gedraagt als een lomperik

(boerenkinkel - kelner (16)

Bokkepruikentijd - een speciale tijd waarin men ongegeneerd een slecht humeur mag tonen

(bokkepruik - pruikentijd) (16)

Klopgeestelijle - geestelijke die tevergeefs en ongevraagd op deuren klopt

(klopgeest - geestelijke)(16)

Borstomvangnet - net om borsten van groot formaat op hun plek te houden 

(borstomvang - vangnet) (16)

Borstomvangrijk -  in het bezit van een rijk gevulde boezem

(borstomvang - omvangrijk) (16)

Knalpotentie - exploderende viriliteit

(knalpot - potentie)(16)

Doofpotentie - het vermogen om zaken in het verborgene te houden of met de mantel der liefde te bedekken 

(doofpot - potentie) (16)

Sambalalaika - snaarinstrument dat opzweept tot hitsige dansen

(sambal - balalaika) (16)

23 augustus 2018

Zondevalreep -  het laatste moment    voor de misstap

(zondeval - valreep)(16)

Vuurtongval - vlammend accent

(vuurtong - tongval) (16)

Dichtbijklank - een bijgeluid op geringe afstand 

(dichtbij - bijklank) (16)

Snotlapzwans - een nietsnut met een vieze zakdoek 

(snotlap - lapzwans) (16)

Donsbedenksel - fantasie op een donsbed

(donsbed - bedenksel) (16)

Hunebedaren - stoppen met het beklimmen van hunebedden

(hunebed - bedaren) (16)

Motelbedeelde - iemand die zich moet behelpen met een eenvoudig bed in een motel

(motelbed - bedeelde)(16)

Ziekbedegang- lange stoet op weg naar een zieke

(ziekbed - bedegang) (16)

Doodsbedelaar - iemand die hevig naar euthanasie verlangt 

(doodsbed - bedelaar) (16)

Fruitbannen - alle fruit uit het menu weglaten

(fruit - uitbannen) (16)

Kluitblazen - een ontspannend spel waarbij men modderkluiten naar elkaar blaast

(kluit - uitblazen) (16)

10 augustus 2018

Tranendaluren - uren waarin de tranen vrijuit mogen stromen  in het openbaar vervoer

(tranendal - daluren) (16)

Levensloopplank - een plank waarover men van de ene levensfase naar de andere kan lopen 

(levensloop - loopplank)(16)

Taartpuntbaard - baard in de vorm van een taartpunt

(taartpunt - puntbaard)(16)

Liefdesnestvlieder - iemand met bindingsangst

(liefdesnest - nestvlieder)(16)

Lieflozen - het dumpen van iemand  die ooit je geliefde was

(liefkozen - lozen)(16)

Filantropenkolder - waanzin die ontstaat door excessieve vormen  van liefdadigheid

(filantropen - tropenkolder)(16)

Overschreeuwlelijk - een herrieschopper die zichzelf overschreeuwt

(overschreeuwen - schreeuwlelijk)(16)

Tevoorschijnheilge - schijnheilige die zich af en toe laat zien

(tevoorschijn - schijnheilig)(16)

Maneschijndode - iemand die dood lijkt in het maanlicht 

(maneschijn - schijndood)(16)

Doorschijnheilige- een doorzichtige hypocriet

(doorschijn - schijnheilige)

Fluistervink - iemand die iets afluistert om het vervolgens fluisterend door te vertellen 

(fluisteren - luistervink)(16)

Blauwwalg - sterke afkeer van door blauwalg vervuilde plassen

(blauwalg - walg)(16)

Ezelsbrugpieper- brugklasleerling die zich voornamelijk bedient van ezelsbruggetjes

(ezelsbrug - brugpieper)(16)

Plakbandiet - een boef die niet op tijd de benen neemt

(plakband - bandiet) (16)

Regelnichtenbar - bar voor nichten met een overdreven organisatiedrift

(regelnicht - nichtenbar) (16)

Jackpotverteerder- iemand die de jackpot wint en het geld er direct doorjaagt

(jackpot - potverteerder)(16)

Smakkeleien - luid smakkend ruzie maken tijdens de maaltijd 

(smakken - bakkeleien) (16)

Tijdsbestekbak - bak waarin verschillende periodes systematisch worden geordend

(Tijdsbestek -bestekbak)(16)

Sleurhutspot - door het slingeren op de weg is de inhoud van de caravan door elkaar geschud

(sleurhut -hutspot) (16)

Reclamespotziek- onwel geworden door het zien van een irritante reclameboodschap

(reclamespot - spotziek)(16)

Wildebrasserie - horecagelegenheid waar wilde uitspattingen aan de orde van de dag zijn

(wildebras - brasserie)(16)

 

Monoloogappel - publiekslieveling onder de acteurs die monologen spelen

(monoloog - oogappel)(16)

27 juli 2018

Corpsballon - corpsbal met een blaaskaak die je meteen doorprikt

 (corpsbal - ballon) (16)

Fruitvliegtuig: - zeer irritante fruitvlieg

(fruitvlieg - vliegtuig) (16)

Sluipmoordwijf - topvrouw die sluipenderwijs verandert iemand die alles om zich heen vernietigt

(sluipmoord - moordwijf) (16)

Misrekeningrijden - mislukking van de kilometerheffing

(misrekening - rekeningrijden) (16)

Goudenregenbui - de eerste bui na langdurige droogte

(Goudenregen -regenbui) (16)

Zuiverboer - melkveehouder met biologische buitenkoeien

(zuivelboer > zuiverboer) (16)

Ogenblikvanger - iemand die speciale momenten verzamelt

(ogenblik - blikvanger) (16)

Rilboor - boor die speciaal gebruikt wordt door tandartsen

(drilboor -rillen) (16)

Hoewelvaart - schijnbare welvaart verkregen op oneerlijke wijze

(hoewel - welvaart) (16)

Broodborstje - roodborstje dat zojuist gevoerd is

(roodborstje +brood) (16)

Hemelwaterfront - dreigende bui, ook wel regen genoemd in de eeuwen voorafgaand aan de opwarming van de aarde

(hemelwater - waterfront) (16)

Thuisvluchteling - vluchteling die een nieuw thuis zoekt

(thuisvlucht - vluchteling) (16)

Drankluchtbed - luchtbed doortrokken van de geur van verschaalde drank

(dranklucht - luchtbed) (16)

Winterslaapmutsje - borrel voorafgaand aan de winterslaap

(winterslaap - slaapmutsje) (16)

Opiniebladwijzer – 1. bladwijzer, speciaal geschikt voor opiniebladen

 2. wijzer door het lezen van opiniebladen

(opinieblad - bladwijzer) (16)

Borstelijk - op vorstelijke wijze voorzien van een voorgevel

(vorstelijk - borst) (16)

Voorgevellift - lift om de voorgevel op de juiste hoogte te houden

 (voorgevel - gevellift) (16)

Opiniebladwijzer – 1. bladwijzer, speciaal geschikt voor opiniebladen

2. wijzer door het lezen van opiniebladen

(opinieblad - bladwijzer) (16)

Touwladderzat - zo dronken dat touwladders vermeden moeten worden

(touwladder - ladderzat) (16)

Stinkbokbier - bokbier dat zeer onaangenaam ruikt

(stinkbok - bokbier) (16)

Stinkbomvest -  bomvest waaraan een luchtje zit

(stinkbom - bomvest) (16)

Boetekleedkamer - kamer om het boetekleed aan- of uit te trekken

(boetekleed - kleedkamer) (16)

Aflapdrol - een sufferd die zich de oren laat wassen

(aflappen - flapdrol) (16)

Profaandrift - een niet te bedwingen neiging het heilige aan te tasten

(profaan - aandrift) (16)

 

Vandaandrift - sterke aandrift ergens voor weg te lopen

(vandaan - aandrift) (16)

Ontgaandeel - aandeel dat je vergeten bent

(ontgaan - aandeel) (16)

Blijslaap - 1.Iemand met wie je blij het bed deelt 2.een zeer bevredigende coïtus

(bijslaap - blij) (16)

Ijsboerka - een met ijs gekoelde boerka die gedragen wordt tijdens een hittegolf

(ijsboer - boerka) (16)

Kakgoot - dakgoot bevuild door duivenpoep

(dakgoot - kak) (16)

Armoedevalbijl - bijl die ervoor zorgt dat mensen die in armoede leven er niet meer bovenop komen

(armoedeval - valbijl) (16)

Likopener - sleutel geschikt om gevangenissen te openen

(blikopener -klik) (16)

Bipsosuctie - behandeling om de contouren van de billen te verbeteren

(bips - liposuctie) (16)

Brekebeenham - ham gemaakt van dieren met gebroken poten

(brekebeen - beenham) (16)

Samenlooprek - looprek voor twee of meer personen

(samenloop - looprek) (16)

Overvloedgolf - stijgende welvaart binnen zeer korte tijd

(Overvloed - vloedgolf) (16)

Liefdesspeltempo - het tempo waarmee het liefdesspel wordt gespeeld

(liefdesspel - speltempo) (16)

Lamzakagenda - speciale agenda voor lapzwansen

(lamzak - zakagenda) (16)

Bloedneusloop -1. aanhoudende bloedneus 2. hardloopwedstrijd voor mensen met een bloedneus

(bloedneus - neusloop) (16)

Jongemanco - een tekort aan jonge mannen

(jongeman  - manco) (16)

Appelbooreiland - eiland waar appelboor de appels gereed maakt voor appelflappen

(appelboor - booreiland) (16)

Impulskoperdief - iemand die in een opwelling koper steelt

(Impulskoper -koperdief) (16)

Vragenblokhut - blokhut speciaal voor interviews, vooral gebruikt in tijden van verkiezingen

(vragenblok - blokhut) (16)

Bergbekentenis - een bekentenis boven op een berg

(bergbeken - bekentenis) (16)

Beenhamerstuk -

een vergaderstuk waarover zonder discussie wordt gestemd, omdat niemand er een been in ziet of omdat het al eerder tot het bot is afgekloven

(beenham - hamerstuk) (16)

Hamvraagteken - een vraagteken dat speciaal bij hamvragen wordt gebruikt

(hamvraag - vraagteken) (16)

Hersenstamgasten- ongewenste gasten die zich permanent hebben genesteld in de hersenen

(hersenstam - stamgast) (16)

Hansworstelaar - Een hansworst die zich aan zijn belachelijke imago wil ontworstelen (Hansworst -worstelaar) (16)

Schepijskonijn -  een persoon die ijzig kalm blijft  zelfs als anderen likken of lepelen van haar ijs

(Schepijs -ijskonijn) (16)

Droefkonijn - proefkonijn bij wie de proef mislukt is

(proefkonijn - droevig) (16)

Pestkopstoot – 1. een alcoholische dubbeldrank waarvan de smaak is verpest 2. een kopstoot van iemand die de pest aan je heeft

(Pestkop - kopstoot) (16)

Wieldoping - doping gebruikt tijdens wielrennen

(wieldop - doping) (16)

Doofpotvis - aangespoelde potvis waarover gezwegen wordt

(doofpot - potvis) (16)

Kapotig - sterk ogend maar toch kapotgegaan

(kapot - potig) (16)

Losbolwerk - bolwerk dat op instorten staat

(losbol - bolwerk) (16)

Buikvetpot - buikvet dat zich almaar ophoopt

(buikvet - vetpot) (16)

Hoedenplankenkoorts -  angst wanneer er een hoed moet worden gedragen, het verschijnsel komt vooral voor rondom Prinsjesdag

(Hoedenplanken - plankenkoorts) (16)

Zuiverdienste - op eerlijke wijze verdiend loon

(zuiver - verdienste) (16)

Ogenklik - een directe klik bij het elkaar in de ogen zien

(ogenblik - klik) (16)