Einder

Als een koning die zijn rijk overziet, torent de piek van de berg boven me uit. Mijn benen trillen van vermoeidheid. Ik heb het mezelf beloofd om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. Halverwege rust ik uit. Een koninginnepage strijkt neer op mijn arm en vliegt weg. Ik kijk haar na en trotseer glibberige paden en scherpe rotspunten. Eindelijk bereik ik de top. Vele gekleurde vlakken vormen een adembenemend vergezicht. Vol pieken en dalen. De wind fluit om mijn oren. Hoog boven me zweeft een adelaar met wijd gespreide vleugels. Glanzend in het licht van de zon.

 

© Nel Goudriaan, 12-12-2022

 

De top bereiken

 

De nacht sloop naderbij. Koele tinten vermengden zich met de warme kleuren van de ondergaande zon. Een prachtig moment, dat ze juist op tijd vastlegde met haar camera. Plotseling flitste een heftige pijnscheut door haar ogen. De wereld om haar heen werd wazig. In het ziekenhuis had de arts verschrikkelijk nieuws voor haar: een oogziekte die zou leiden tot volledige blindheid. Nooit meer zou ze de wereld zien zoals vroeger.

Verdriet welde in haar op. Haar enige troost was het beeld dat op haar netvlies gegrift stond. Het beeld van de dag en de nacht die elkaar omhelsden.

 

© Nel Goudriaan 07-12-2022

 

 

 

Patisserie

 

‘Deze ziet er verrukkelijk uit.’ Ze wijst naar een taart met hazelnoten. Haar tong glijdt over haar opgespoten lippen.

‘Dat is een “brique mokka macadamia”, gevuld met mokka crème au beurre en afgewerkt met stukjes krokante hazelnoot,’ zegt de verkoopster. ‘Ik kan u deze van harte aanbevelen.’

‘Helaas te vet voor mij, ik heb net een liposuctie laten doen door dokter Glossy.’

Ze wrijft vergenoegd over haar platte buik. ‘Het is de “beurre” die de boosdoener is. Altijd weer die “beurre”. Het begon al bij mijn oma die me volstopte met zelfgemaakte boterkoek. Doe mij maar een onsje amandelkrullen.’

 

© Nel Goudriaan, 29-11-2022

 

Wandelgang

‘Wat ik je toch even wil zeggen: ik vind het heel moedig van je hoe je tijdens de vergadering je mening verdedigde. Je had echt een punt. Inhoudelijk ben ik het volstrekt met je eens.

Ontzettend vervelend voor je dat bepaalde collega’s je daarna afbrandden. Dat soort types voelt zich gesteund en oppermachtig. Ik had het echt met je te doen.’

‘Waarom ik dit allemaal niet ter plekke zei? Tja, dan ben ik het volgende slachtoffer.

Ik loop weer snel door, voor ze zien dat ik met jou sta te praten. Je begrijpt …’

 

© Nel Goudriaan, 24-11-2022

 

Klacht

‘Ik vind het heel vervelend dat ik alweer een klacht over je kreeg.’

‘Heb je werkelijk geen idee? Het gaat om de ouders van Roderick.

Ik sprak zijn moeder gisteren op het hockeyveld. Ze beklaagde zich over het schooladvies dat je haar zoon gaf. Hij moet natuurlijk naar het gymnasium.’

‘Roderick houdt niet van lezen, zeg je. Het hockeyveld is niet de juiste plek voor zo’n gesprek? Juist wel, alle ouders die ertoe doen komen daar. Zo weet ik, als directeur, wat er onder hen leeft.

‘Niet professioneel? Je weet wat je te doen staat: pas dat schooladvies aan.’

 

© Nel Goudriaan, 23-11-2022

 

Blik

 

‘Je weet waarschijnlijk wel waarom ik je wil spreken.

Nee?

Nu doe je het weer. Die afkeurende blik. Je zou jezelf eens moeten zien.’

‘Je beweert dat het mijn interpretatie is. Jij keek gewoon “peinzend voor je uit”.

Ik ben niet de enige die zag hoe je ogen vuur spuugden na de mededeling dat we jouw collega hebben benoemd tot nieuwe directeur.’

‘De brutaliteit mij te betichten van een “kromme beeldspraak”! Laat één ding duidelijk zijn: vanaf nu onderwerp je je aan het gezag van je voormalige collega. Zowel in houding als gedrag. En die blik laat je thuis.’

 

© Nel Goudriaan, 22-11-2022

 

Spijt

‘Het spijt me oprecht dat je je onveilig voelt. Zo zou het in onze organisatie niet mogen zijn. Als bestuur streven wij ernaar dat onze leerkrachten met plezier naar hun werk gaan. Dat straalt onmiddellijk op de leerlingen af.’

‘Wat zeg je? Collega’s die over je roddelen en een leidinggevende die lachend toekijkt? Daar moet je tegen kunnen. Een beetje weerbaarheid is op zijn plaats.’

‘Collega’s verspreiden negatieve berichten over je bij ouders van leerlingen? Je ziet spoken, ik vrees dat je een beetje overspannen bent. Een advies: wees minder teergevoelig. Je bent zelf medeverantwoordelijk voor een goede werksfeer.’

 

© Nel Goudriaan, 21-11-2022

 

De kleurenzoeker

 Als een schatzoeker prikt hij met zijn stok in de klei. Fijne motregen druppelt over zijn wangen. Een grauwsluier bedekt de aarde. Rondom zijn voeten trippelt een muis.

Een jogger rent voorbij, alsof de duivel hem op de hielen zit.

Vanuit de verte loeien koeien, alsof ze in nood verkeren.

Vermoeid neemt hij plaats op zijn vertrouwde bankje aan het water.

Plotseling breekt de hemel open. Een zee van licht en kleuren daalt neer op het land. Vogels breken uit in jubelzang. Even is hij terug in de tijd dat hij niet opging in de massa en kleur bekende.

 

© Nel Goudriaan, 17-11-2022

 

Promotie

Geflankeerd door twee paranimfen staat de promovendus achter de katheder. Gekleed in rokkostuum. Vol vuur verdedigt hij zijn proefschrift. De mensen in de aula luisteren ademloos.

Midden in zijn betoog stommelen met groot kabaal een paar oudere mensen binnen. Ze nemen plaats op de eerste rij en zwaaien naar de promovendus. Hij bloost.

Na de laudatio overhandigt de promotor de bul aan de kersverse doctor. Felicitaties volgen. ‘U mag trots zijn op uw zoon,’ zegt hij tegen de ouders op rij één.

‘Blijf maar gewoon, jongen. Al die fratsen zijn nergens voor nodig,’ roept zijn vader door de zaal.

 

© Nel Goudriaan, 08-11-2022

Lief

‘Weet je, hoe kan ik dat nu eens goed formuleren zonder je te kwetsen? Ik vind je fantastisch, empatisch, knap, eigenlijk de ideale man, maar ik mis iets. Ik vraag me af, of je me tegengas kan bieden. Dat heb ik nodig, anders wals ik over je heen.

Weet je, ik bedoel het niet rot, ik mis de sparkle. Ik heb niet de behoefte je te bespringen, je de kleren van het lijf te scheuren. Je bent gewoon te lief voor mij. Ja, dat is het: te lief.’

Hij krimpt ineen en laat de roos op de grond vallen.

 

Nel Goudriaan, 07-11-2022

Geen bloemen

Jarenlang gaf hij haar wekelijks rode rozen. Haar lievelingsbloemen. De lege champagnefles op het tafeltje van de hotelkamer diende als vaas.

Ze liet de teugels van haar strenge opvoeding los. Vrij en onbekommerd gaf ze zich aan hem en ze vierden uitbundig de liefde. In het volle licht.

Thuis liep ze mee in het gareel van een liefdeloos huwelijk. Haar echtgenoot raakte haar zelden aan. Slechts in het donker.

“Geen bloemen”, stond er op de zwartomrande rouwkaart. Toen de stoet was vertrokken, legde hij ongezien een roos op haar graf en sloop weg als een dief in de nacht.

 

© Nel Goudriaan, 24-10-2022

 

Glimlach van boven

Tegen de achtergrond van de vaalroze hemel verbleekt het groen van de palmbomen. Als een foto die sepia kleurt.

Maria denkt aan helderblauwe luchten, die weerspiegelden in zee. Hoe hij haar met zijn sterke armen hoog optilde, net zolang tot haar lach boven de golven uit klaterde.

Vandaag heeft het water een grauwgrijze kleur, de donkere wanden van de rots stralen onverzettelijkheid uit. Onontkoombaar is wat haar te doen staat.

Ze neemt de urn in haar handen en strooit zijn as uit over de golven.

Even, heel even breekt de hemel open en krijgt de rots een zilverkleurige glans.

 

© Nel Goudriaan, 17-10-2022

 

Speelbal

Martha’s handen hangen slap langs haar lichaam. Het zijn dezelfde handen die de afgelopen jaren alle ballen in de lucht hielden. Nu liggen deze ballen verspreid over de vloer: een paarse van haar zieke moeder, drie rode van haar kinderen, een blauwe van haar veeleisende baas.

De koffie is koud geworden. Om haar heen hangt een geur van oud zweet. De geluiden in de kamer bereiken haar oren niet. Haar ogen zijn gesloten.

Vlak naast haar ligt een gouden bal. Ooit glanzend, nu bedekt met een laag stof. De enige die ze niet in de lucht wist te houden.

 

Nel Goudriaan, 12-10-2022

 

De bakkersvrouw

De mand met stokbroden is leeg. Zojuist verkocht Hortense haar laatste baquette aan Jeanne. ‘Vanaf morgen staat hier een automaat. Ze zijn vers, hoor, dat wel.’ Ze pinkt een traan weg.

Het dorpsplein is leeg. Vroeger klonken er vrolijke kinderstemmen, de stoelen voor het café waren bezet. Rondom de pétanque baan zaten sigaren rokende mannen.

Nu grijnst de leegte haar tegemoet.

‘Kom bij ons in de stad wonen,’ vroegen haar twee zoons regelmatig.

Ze weigerde: ‘Hier ben ik geboren en hier zal ik sterven.’

De kerkklok slaat twaalf keer. Voor het laatst sluit Hortense haar winkeldeur. Het slot kraakt.

 

© Nel Goudriaan, 21-09-2022

 

Frinsels

Sinds een week wonen er frinsels in mijn tuin. Bij helder maanlicht lichten hun doorschijnend witte gestaltes op. Ze dansen sierlijk tussen bloemen en struiken. Als ik ze aan wil raken, verdwijnen ze, alsof ze er nooit zijn geweest.

Ik sluip door de tuin. Achter de braamstruik klinkt gefluister. De bladeren ritselen, maar de frinsels zie ik niet.

In het licht van de volle maan beweeg ik me in de richting van het geluid. Ik pluk een donkerpaarse , rijpe braam.

Dan gebeurt het wonder. Twee frinsels strijken neer op mijn hand. Even, heel even raak ik ze aan.

Nel Goudriaan, 06-9-2022

 

De nieuwe boeken van de schrijver

Een modern sprookje

 

Glimmend van trots keek de schrijver naar de stapels boeken. Publiek, oud en jong, stond in de rij om een exemplaar te bemachtigen.

De uitgever prees zijn originele geest, zijn eruditie en soepele schrijfstijl. ‘Een redacteur was niet nodig. Deze schrijver is een natuurtalent,’ sprak zij vol overtuiging.

Het signeren begon. Met een vulpen zette de auteur zijn handtekening in de boeken. De kopers verlieten de rij met een voldane glimlach.

 Een kleine jongen bekeek het tafereel, stapte naar de boekentafel en opende het boek. ‘Alle bladzijden zijn leeg,’ riep hij met luide stem. ‘Er staat helemaal niets in.’

 

© Nel Goudriaan, 30-08-2022 

Nachtelijke ontmoeting

In de stilte van de nacht wandelt hij door de straat. In het licht van een lantaarnpaal staat hij oog in oog met zijn schaduw.

Overdag krioelen hier mensen als mieren door elkaar. Ogenschijnlijk doelloos, maar ieder heeft zijn taak.

Wat bezielde hem zijn bed te verruilen voor de nachtelijke kou? Het was sterker dan hij; iets had hem gedwongen naar buiten te gaan. Of was het iemand?

Een magere gestalte nadert: ‘Daar ben je eindelijk.’

De donkere stem resoneert in zijn binnenste. Willoos geeft hij zich over.

Vanuit de verte klinken de bazuinen. Eerst zacht, dan oorverdovend luid.

 

© Nel Goudriaan, 06-6--2022

 

Koninginnepage

Ze strijkt naast me neer op een grijze rots. Haar zachtgele vleugels trillen. De blauwe band met zwarte randen beweegt mee op het ritme van de wind. De rode stip aan de onderkant van haar vleugels glanst als een vuurbal.

Ik zou haar willen aanraken, maar houd mijn handen strak gevouwen.

In de verte rijzen kale bergtoppen op tegen een strakblauwe lucht. Onder me schitteren vlakken in vele tinten groen.

‘Gekkenwerk, zo’n klim,’ zeiden ze.

‘Accepteer gewoon, dat je dat niet meer kunt.’

Nog even blijft de vlinder bij me. Dan spreidt ze haar vleugels uit en vliegt weg.

 

© Nel Goudriaan, 02-06-2022

 

Skye

Het pad slingert door een bemoste vlakte. Vanuit de verte verheffen zich rotsachtige bergtoppen. Een overweldigend landschap, ruig en lieflijk tegelijk.

Peter en GertJan staan stil bij een glashelder meer met klaterende watervallen. Een zachtgele vlinder met een bijzondere tekening strijkt naast hen neer. Haar vleugels trillen. ‘Een koninginnenpage,’ fluistert GertJan.

Plotseling trekt de lucht dicht, een dikke laag mist valt als een deken over hen heen. De kleuren lossen op in het grijs. Er is even helemaal niets meer, geen toekomst, geen verleden. Alleen het nu.

‘Alles komt goed,’ zegt Peter. ‘Laat de natuur haar gang maar gaan.’

 

© Nel Goudriaan,  30-05-2022

In de kantlijn

Voorzichtig sla ik de bladzijden van het oude boek om. Het vergeelde papier draagt de sporen van de tijd. Zijn sporen.

Mijn vingers glijden over de potloodstrepen die hij zette onder voor hem belangrijke passages. Ik pak een loep om zijn handschrift te ontcijferen. Veelvuldig zijn de aantekeningen en uitroeptekens in de zijlijn.

Mijn oog valt op een rood omcirkelde naam: “David”. In de kantlijn staat “Ik heb je lief. Voor altijd de jouwe.”

In een flits zie ik mijn oma, zittend aan de tafel, met ogen vol droefheid. Zij nam haar nooit uitgesproken verdriet mee in het graf.

 

© Nel Goudriaan, 24-05-2022

 

Zondagmiddag

De zon schijnt fel over het dorrende weiland. In de schaduw van een oude eik staan, dicht opeengepakt, een aantal koeien.

Vanuit de verte luiden de kerkklokken. Zwarte gestaltes schuifelen in een lange rij naar de zondagse eredienst. Even later galmt statig psalmgezang vanuit de open ramen van de dorpskerk:

“Hij zal ons geleiden

naar grazige weiden”.

De koeien staren lodderig voor zich uit, alsof de wereld rondom hen niet bestaat.

Plotseling klinkt de zang van een merel, melodieus en sierlijk. Een tegengeluid dat de hele noten van de psalmen overstemt.

Een koeienplas klatert op de uitgedroogde grond.

 

UKV van de week bij Schrijven Online

 

© Nel Goudriaan, 19-05-2022

Verterend vuur

Ademloos kijken ze naar hem op.

‘Je oude leven moet worden verteerd. Pas dan komt er ruimte voor het Ware Zelf’.

Hij neemt een brandende sigaret in zijn hand en drukt deze in zijn vlees. ‘Zo doe je dat, elke dag een stukje, tot er enkel Geest overblijft.

In het halfduister verschijnen brandende punten. De scherpe sigarettengeur vervult de ruimte. Hier en daar klinken kreten van pijn.

Hij opent de deur. De frisse buitenlucht stroomt binnen. ‘Adem het nieuwe leven in.’

Een jonge vrouw talmt.

‘Jou kies ik uit. Ik bevloei je met mijn kostbare vocht.’

Dankbaar glimlacht ze.

 

UKV van de week bij Schrijven Online

 

© Nel Goudriaan, 11-05-2022

 

Eunice

Ze raast en tiert door het land met woedende uithalen. Haar drang tot vernietigen is niet te stuiten. Eeuwenoude beuken breekt ze af, zonder enig respect. Genadeloos velt ze coniferen. Schuttingen vliegen omhoog als stukken bordkarton. Vuilnisbakken keert ze om, tuinstoelen smijt ze als speelgoed door de lucht.

Ze knakt krokussen en sneeuwklokjes. In een snel tempo veranderen keurig aangeharkte tuinen in ravages.

Haar onheilspellende geluid giert door kieren en gaten en laat bewoners sidderen.

Ergens in een tuin staat een ranke berk. Haar stam en takken buigen met de wind mee, maar breken doen ze niet.

 

© Nel Goudriaan, 24-02-2022

 

Oorlogsheld (2)

Zijn laarzen dreunden met vele andere door de straten. Over zijn gezicht parelden zweetdruppels. Het uniform voelde als een harnas en benam hem bijna de adem. Hartkloppingen deden hem hijgen.

Schoten klonken van alle kanten. Uit de huizen steeg gekerm op van vrouwen en kinderen. Geuren van lijken en vuur doordrenkten zijn neusgaten. Met moeite hield hij zijn ontbijt binnen.

Op straat lag een man in een plas bloed.

Hij hield stil, knoopte zijn soldatenjas los en legde deze over hem heen. Zijn kameraden stampten verder zonder om te kijken.

Staande In zijn hemd vond hij zichzelf terug.

 

Oorlogsheld (1)

Zijn laarzen dreunen met vele andere door de straten. Over zijn gezicht parelen zweetdruppels. Het uniform voelt als een harnas en beneemt hem bijna de adem. Hartkloppingen doen hem hijgen. Schoten klinken van alle kanten. Uit de huizen stijgt gekerm op van vrouwen en kinderen. Geuren van lijken en vuur doordrenken zijn neusgaten. Met moeite houdt hij zijn ontbijt binnen.

Op straat ligt een man in een plas bloed.

Hij houdt stil, knoopt zijn soldatenjas los en legt deze over hem heen. Zijn kameraden stampen verder zonder om te kijken.

Staande In zijn hemd vindt hij zichzelf terug.


Gekozen als  UKV van de week bij Schrijven Online

 

© Nel Goudriaan, 20-02-2022

 

 

Versnipperen

Je neemt plaats op het dek. De brief brandt in je tas. Je pakt hem eruit in de hoop dat niemand meekijkt.

Langzaam versnipper je hem; de letters dansen voor je ogen. De woorden verliezen hun kracht.

Je loopt naar de reling en gooit de snippers op de golven. Ze verwaaien zonder betekenis. Een groep meeuwen duikt er erop af.

De veerboot verwijdert zich steeds verder van de kust. Om je heen zijn alleen de zilvergrijze golven, die klotsen tegen de zijkant van de boot.

Je sluit je ogen, haalt diep adem en snuift de zilte zeelucht op.

 

© Nel Goudriaan 18-02-2022

 

Transformatie

Zijn gloednieuwe uniform met blinkende knopen hangt over de slaapkamerstoel.

‘Liefste, ik beloof je dat ik voorzichtig zal zijn,’ zegt hij. Zijn handen strelen haar wangen en glijden af naar haar borsten.

‘Wanneer ik mijn missie heb volbracht, trouwen we. Beloofd!’

‘Ik ben bang dat je overmoedig bent. Je onderschat het gevaar..’

‘Vertrouw me. Jij bent altijd in mijn hart en in mijn gedachten.’

Nog eenmaal bedrijven ze de liefde. Hun warme lijven zinderen na. Hun lippen gloeien.

Hij kleedt zich aan. Met elke knoop die hij sluit, verandert hij meer in een vreemde.

Het afscheid kent geen genade.

 

© Nel Goudriaan, 16-02-2022

 

Applaus

Ze staat in de deuropening met de handen in haar zij. Haar kin wijst naar voren; haar lippen persen zich samen.

Nonchalant staat hij met een mok in zijn hand. Zij wijst naar de vaatwasser.

Hij plaatst de mok in het rek. Vervolgens pakt hij zijn ontbijtbord van het aanrecht en zet het naast de mok. Mes en vork legt hij in de besteklade. Triomfantelijk kijkt hij haar aan.

‘Was dat nu zo moeilijk?’ vraagt ze.

‘Geef jezelf een hartelijk applaus. Ik klap niet mee.’ Haar stem klinkt een octaaf hoger.

Met een knal smijt hij de deur dicht.

 

© Nel Goudriaan, 14-02-2022

 

Valentijn

Blijf nog maar even liggen, lieverd.’ Henk strijkt Anja over haar krullen.

Hij pakt twee witte T-shirts uit de linnenkast en loopt de slaapkamer uit.

Anja sluit haar ogen. Vanuit de keuken dringen geluiden tot haar door. De geur van vers gezette koffie doortrekt het huis.

Een kwartier later is Henk terug met een dienblad. ‘Vandaag krijg je ontbijt op bed.’

‘Wat lief, Henk. Zomaar op een maandag.’

Henk lacht. Hij houdt twee T-shirts omhoog. De rode hartjes steken fel af tegen het wit.

“My funny Valentine”, zingt Frank Sinatra.

Anja pinkt een traan weg.

 

© Nel Goudriaan, 14-02-2022

 

Bertha

‘Ik betaal niet meer mee aan de lief-en-leedpot.’ De stem van Bertha schettert door de kantoorruimte. Enkele collega’s werpen venijnige blikken in haar richting. Een enkeling zucht hoorbaar.

‘Hoezo?’ vraagt Joyce. Ze strijkt met haar hand over haar opbollende buik.

‘Precies daarom.’

‘Jaloers?’

‘Vrijwel de hele inhoud van de pot verdwijnt in babymanden. Wat blijft er over voor mij?’ Een zonnestraal glanst op haar grijze knot.

‘Of had je willen ruilen met Annet die vorig jaar een bloemstuk met witte anjers kreeg?’

Bertha’s ogen dwalen af naar de lege plek bij het raam.

Beschaamd buigt ze haar hoofd.

 

© Nel Goudriaan, 07-02-2022

 

De jurk

Je handen hielden me vast, terwijl de naald langs mijn zomen zoemde. Je streelde over mijn witte satijn. Je straalde toen je voor de spiegel stond. Je ogen gleden over mijn zachte stof, versierd met parels.

Langzaamaan zag ik hoe je ogen doffer werden. Hoe de hoop en verwachting eruit verdwenen. Hoe je mij tenslotte opvouwde en wegstopte in een koffer.

Soms kwam je op de zolder. Je opende de koffer en blies het stof uit mijn plooien. Je legde me op je schoot en beroerde me.

Jouw tranen druppelden op mijn satijn. Ooit wit, nu bedekt met een grauwsluier.


Gekozen als UKV van de week bij Schrijven Online

 

© Nel Goudriaan, 03-02-2022

 

Onontkoombaar

"Ping"

Een WhatsAppbericht komt binnen.

“Ik weet je te vinden. Altijd en overal!”

Carla rilt, zet de verwarming hoger en controleert de sloten van ramen en deuren. Terwijl ze schichtig om zich heen kijkt, onderzoekt ze het huis van haar collega. Niets bijzonders gelukkig.

Lief van hem dat ze tijdelijk in zijn huis mag wonen sinds die fatale dag.

Op de driezitsbank komt ze eindelijk tot rust. Hier is ze veilig, ondanks de dreiging. Ze nestelt zich onder een schapenwollen deken en drinkt een kop warme chocolademelk.

"Ping“

"Smaakt het? Tot zo!”

Felle koplampen schijnen de kamer in.

 

© Nel Goudriaan, 25-01-2022

 

Uitnodiging

Lieve familie, vrienden en collega’s,

 

Hierbij nodig ik jullie uit voor een diner dansant op vrijdag 13 april 2022. Voor dit feest heb ik mensen uitgenodigd uit alle fasen van mijn leven. Samen vormden jullie de persoon die ik ben geworden. Na elke gang wisselen de gasten van plaats, zodat jullie elkaar uitgebreid leren kennen. De komende weken zal ik verblijven op mijn geliefde eiland Lanzarote.

Dresscode: chic en kleurrijk

RSVP: niet van toepassing. Ik verwacht jullie allemaal, niemand uitgezonderd. Zo zal ik toch aanwezig zijn op mijn afscheidsfeest.

Mijn opdracht: vier het leven.

 

Laatste groet,

Alfred

 

© Nel Goudriaan, 17-01-2022

 

Goedgemutst

In een opperbest humeur liep Blauwkapje door het woud. Herfstgeuren stegen op en bladeren dwarrelden om haar oren. Haar mandje was rijkelijk gevuld met blozende appels en een fles tokkelroom.

Geritsel vanuit de struiken: een wolf, gekleed in een jas van schapenwol kwam tevoorschijn.

‘Goedemorgen,’ sprak hij vriendelijk. ‘Je bent al vroeg op pad en vast niet om je grootmoeder koekjes te brengen.’ Zijn lach kreeg iets sardonisch.

Hij kwam naderbij en bekeek de inhoud van haar mand. ‘Tokkelroom, toemaar.’

Gretig trok hij Blauwkapje naar zich toe. ‘Vandaag bespeel ik jouw gitaar.’

Haar kapje waaide mee met de wind.

 

© Nel Goudriaan -10-01-2022

 

De lotgevallen van een vulpen

Ze vulde me met kobaltblauwe inkt, liet mijn gouden punt dansen op lege bladzijden.

Soms nam ik het van haar over en schreef zinnen die uitbundig van het papier afspatten.

Ik troostte haar wanneer haar tranen vloeiden. Ik toonde haar de schoonheid van de vlekken, vormde ze om tot wonderlijke beelden die glinsterden als vuurvliegjes in de nacht.

Bij het ochtendgloren nam ze me ter hand en schreef ongehoorde klanken op hagelwit papier. Ze dansten hun eigen ritme.

Nu mijn inkt is opgedroogd lig ik ongebruikt op haar bureau met het zicht op een prullenbak vol proppen.

 

© Nel Goudriaan, 06-01-2022

 

De schrijver en zijn twee muzen


Wanhopig smeet de schrijver een prop papier in de prullenbak.
Voor hem stond een bokaal goudgele whisky, een geschenk van zijn muzen. Hij nipte aan zijn glas; inspiratie bleef uit.
De blondharige muze sprak met zoetgevooisde stem: ‘Schrijf over passie en verlangen. Laat de lezer voelen hoe het is om verliefd te zijn.’
De roodharige muze fluisterde in zijn oor: ‘Schrijf over  onzekerheid en twijfel. Laat de lezer zien hoe het is om te vechten voor wat je lief hebt.’ 
Tot diep in de nacht schreef hij. Moeiteloos vloeiden de woorden  uit zijn pen en vormden een wonderschoon verhaal.

Nel Goudriaan 13-12-2022