Op deze pagina staan de meest recente ultrakorte verhalen van 99 woorden die ik plaatste in de Facebookgroep van Schrijven Online.
De overige zijn te vinden in:
Wanhopig smeet de schrijver een prop papier in de prullenbak.
Voor hem stond een bokaal goudgele whisky, een geschenk van zijn muzen. Hij nipte aan zijn glas; inspiratie bleef uit.
De blondharige muze sprak met zoetgevooisde stem: ‘Schrijf over passie en verlangen. Laat de lezer voelen hoe het is om verliefd te zijn.’
De roodharige muze fluisterde in zijn oor: ‘Schrijf over onzekerheid en twijfel. Laat de lezer zien hoe het is om te vechten voor wat je lief hebt.’
Tot diep in de nacht schreef hij. Moeiteloos vloeiden de woorden uit zijn pen en vormden een wonderschoon verhaal.
© Nel Goudriaan, 3-01--2023
Haar billen schommelen wellustig onder haar fluwelen kerstjurk. Talloze glitters verspreiden licht in de duisternis. De flakkerende vlammen van het kaarslicht verbleken daarbij.
Aan het hoofd van de tafel neemt ze plaats. ‘Het feest kan beginnen.’
Ze neemt een grote hap van de rollade en bekommert zich niet om het vet dat langs haar gezicht druipt. ‘De stoofperen zijn weer voortreffelijk.’ Ze glimlacht van oor tot oor.
‘Zeg, tante,’ vraagt neef Jan. ‘Kunnen mensen ook klappen?’
‘Klappen, hoezo?’
‘Zoals een ballon met te veel lucht.’
©Nel Goudriaan, 25-12-2022
‘Nee hoor, die lucht laat je gewoon ontsnappen.’ Demonstratief tilt ze haar glitterbillen op.
UKV van de week bij Schrijven Online
Drieënvijftig jaar heeft ze moeten wachten, voordat hij in haar leven kwam: de man van wie ze zelfs niet had durven dromen. Gespierd, bruine krullen en volle lippen om te zoenen.
‘Alsjeblieft,’ zegt hij, als hij haar een pakje overhandigt. ‘Voor de mooiste en liefste vrouw van de wereld.’
Vol verwachting opent ze haar verjaardagscadeau. Uit een kartonnen doos komt er een onooglijke bol dor hout tevoorschijn.
Ze slikt haar tranen weg en zegt: ‘Is dat zoals jij mij ziet?’
‘Ja, antwoordt hij met een glimlach. ‘Deze roos van Jericho bloeit eeuwig, als je haar maar voldoende water geeft.’
Nel Goudriaan 18-07-2022
Aan de oever van een rivier staat een jongen. Hij tuurt naar zijn rode bal die steeds verder wegdrijft met de stroom.
Boven het water cirkelen libellen; koolwitjes fladderen over wuivend riet. De bruine sigaren van de lisdodden buigen mee met de wind.
De jongen pakt een stok en slaat ermee op het water. De rimpeling die ontstaat, brengt de bal niet naderbij. Integendeel.
Meerkoeten verstoren de stilte met keffende geluiden. Steeds verder drijft de bal weg, totdat hij verandert in een kleine rode stip.
De jongen schopt tegen een blikje en smijt zijn stok in het water.
Nel Goudriaan
14-07-2022
UKV van de week bij Schrijven Online
Zie hem eens zitten, hoog in de boom. Luidkeels verdedigt hij zijn territorium. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat zingt hij hetzelfde melodietje. Met aan het eind de vinkenslag.
Het eksterpaar dat een nest bouwde in “zijn” boom tolereert hij slechts. Het deert hem niet dat de bladeren van de conifeer bruin kleuren. Sommige takken zijn helemaal kaal.
Hoe kan hij weten dat de boom gekapt wordt, wanneer de zomer voorbij is? Wat weet deze vink van vergankelijkheid en sterven?
Zijn zang zwelt aan en domineert alle andere geluiden. Voor hem telt slechts het hier en nu.
Nel Goudriaan, 15 juni 2022
UKV van de week bij Schrijven Online
Haar wang gloeit nog na van de harde klap. Regendruppels glijden als stralen van een lauwe douche over haar gezicht en wissen haar tranen
Op de scherpe woorden van haar moeder krijgt de regen geen vat. Ze blijven haken in haar geest. “Jij kunt niets. Alles valt stuk onder jouw handen.”
Ze hangt haar schooltas aan de kapstok. De blik van de juf ontwijkt ze.
In de lunchpauze staart ze naar haar lege trommel.
‘Heeft je moeder je alweer geen brood meegeven?’ De juf fronst haar wenkbrauwen.
‘Mijn mama is de allerbeste.’
Met een vuist bedekt ze haar wang.
© Nel Goudriaan, 9 juni 2022
UKV van de week bij Schrijven Online
Voorzichtig sla ik de bladzijden om van het oude boek. Het vergeelde papier draagt de sporen van de tijd.
Zijn sporen.
Mijn vingers glijden over de potloodstrepen die hij plaatste onder voor hem belangrijke passages. Ik pak een loep om zijn handschrift te ontcijferen. Veelvuldig zijn de aantekeningen en uitroeptekens in de zijlijn.
Mijn oog valt op een rood omcirkelde naam: “David”. In de kantlijn staat “Ik heb je lief. Voor altijd de jouwe.”
In een flits zie ik mijn oma, zittend aan de tafel, met ogen vol droefheid. Zij nam haar nooit uitgesproken verdriet mee in het graf.
© Nel Goudriaan mei 2022
UKV van de week bij Schrijven Online
De zon schijnt fel over het dorrende weiland. In de schaduw van een oude eik staan, dicht opeengepakt, een aantal koeien.
Vanuit de verte luiden de kerkklokken. Zwarte gestaltes schuifelen in een lange rij naar de zondagse eredienst. Even later galmt statig psalmgezang vanuit de open ramen van de dorpskerk:
“Hij zal ons geleiden
naar grazige weiden”.
De koeien staren lodderig voor zich uit, alsof de wereld rondom hen niet bestaat.
Plotseling klinkt de zang van een merel, melodieus en sierlijk. Een tegengeluid dat de hele noten van de psalmen overstemt.
Een koeienplas klatert op de uitgedroogde grond.
© Nel Goudriaan, 19 mei 2022
Mieren marcheren over bloedhete klinkers in mijn tuin. Voor de keukendeur lijken ze even te aarzelen, maar dan trekt de stoet resoluut verder. De sienna keukentegels kleuren zwart. Ze wandelen omhoog richting het aanrecht en de keukenkastjes om uiteindelijk lunchpauze te nemen. De pot met zelfgemaakte kruisbessenjam lonkt.
Ik laat ze met rust en neem plaats onder de parasol. Een reiger vliegt op met luide schreeuw en landt zonder pardon boven mij. Klodders wit vallen naast me neer. Ik zou een tuinslang moeten pakken, maar de zinderende zomerzon brandt te fel om op te staan. Mijn ogen vallen dicht.
© Nel Goudriaan juli 2019
Ze liepen zwijgend door de akker. Aan hun laarzen kleefde zompige klei. De aardappelen waren gerooid. De lucht kleurde langzaam rood.
Bij de sloot hielden ze stil en ze staken een sigaret op.
De zoon doorbrak de stilte: ‘Pa, ik kan het niet.’
‘Natuurlijk kun je het, jongen.’
‘Ik wil het ook niet.’
‘Maar hoe moet het verder, als ik geen opvolger heb?’
‘Ik weet het niet.’
Ze liepen terug. De boerenkool met worst dampte op tafel. Zonder woorden vulden ze hun magen. De zoon keek naar zijn vader: in het lamplicht leken de groeven in zijn gezicht dieper.
©️Nel Goudriaan
Ze zag er altijd tiptop uit. Als coupeuse naaide ze kleding op maat voor adellijke dames. Ze was een slanke vrouw met verfijnde trekken.
Een lieve lach, soms die blik vol droefheid, niet te verklaren.
‘Hoe komt het dat u nog steeds bij uw moeder woont, tante? vroeg ik haar eens.
Ze nam me mee naar de zolder en opende een grote koffer.
‘Hij reisde vooruit naar Indië om ons huis in gereedheid te brengen. Ik zou wachten op het bericht, wanneer ik kon komen.’
Ze neemt de witte trouwjurk uit de koffer en strijkt over de glanzende stof.
© Nel Goudriaan 2 maart 2018
Voorgelezen op vrijdag 4 april op Radia NPO 5 (Ron wacht op de nacht)
Tractoren, rupsen en hijskranen denderen langs onze achtertuin. Vloeren en ramen trillen. Stoere werkmannen in oranje hesjes lopen over het bouwterrein. Sloten worden gevuld met zand. Een berg van stenen verheft zich boven de vlakte. Grote plastic zandzakken zorgen ervoor dat tuinen niet onderlopen. Regen klettert tegen de ruiten.
Ik zie in gedachten de mannen als kleuters spelen in de zandbak. Aan leren hadden ze een broertje dood. Liever zagen ze de vogels vliegen. ‘Er komt niets van jullie terecht,’ riepen wanhopige leerkrachten.Terwijl anderen zich in files naar kantoren begeven, spelen zij samen in een grote zandbak.
© Nel Goudriaan @ 30 oktober 2018
‘Rustig spelen en in de kamer blijven.’
‘Ja, pap, klinkt het eenstemmig.’
Ze luisteren hoe hij de trap oploopt en de deur boven opent.
Vanuit de slaapkamer klinken vreemde harde geluiden, oerkreten. Ze pakken elkaar beet, troosten kleine broer die in snikken uitbarst.
De uren verstrijken, sommige ogen vallen dicht.
Eindelijk verschijnt hij in de deuropening met een wit gezicht en een brede lach.
‘Verrassing: jullie hebben er een broertje bij.’
Luid gejuich klinkt op. Handgeklap en gestamp van tien paar jongensvoeten.‘
We zijn compleet.’
In een stoet trekken ze naar boven: kleine broer voorop met een rond cadeau.
Haar trouwjurk sleepte door de modder en kleurde zwart van onderen. Maandenlang waren ze bezig geweest met de voorbereidingen. De bruiloft was tot in de puntjes geregeld, vooral door moeder en schoonmoeder. Samen kozen zij de designmeubelen voor de patiowoning. Ze protesteerde, maar haar verloofde suste: ‘Schatje, laat ze. Ze bedoelen het goed.’
Slechts één wens werd na protest vervuld: een witte duif. De kreet van Schoonmoeder: ‘zo romantisch’ gaf de doorslag. De blikken van verbaasde voorbijgangers deerden haar niet. Vanuit de verte hoorde zij haar naam roepen. De witte duif spreidde haar vleugels en vloog de vrijheid tegemoet.
© Nel Goudriaan 13 februari 2019