Blikvanger

Vroeg in de morgen gaat ze op pad. Ze heeft haar vaste route langs de bushokjes en het park. Het winkelcentrum is het eindpunt.

Met een scherpe blik ziet ze onmiddellijk waar buit te halen is. Bij de tweede bushalte is het raak. De eerste blikjes zijn binnen.

Onder de kastanjeboom, waar ‘s avonds de jeugd verzamelt, vindt ze twaalf blikjes. Haar ademhaling versnelt.

Met volle fietstassen komt ze aan bij het winkelcentrum. Op de grond blinkt een laatste blikje. Dan breekt het ultieme moment van oogsten aan.

Glimlachend verlaat ze de supermarkt. Haar handen omklemmen een versgebakken brood.

 

Nel Goudriaan, 23-10-2023

 

Nieuwe Buren

Mijn enthousiasme sloeg dood tegen een muur van lamlendigheid. Ze hoorden me aan en vervolgden hun gesprekken over overvolle afvalbakken, de rommel in de gang en de smaak van senseo koffie.

‘We kunnen het toch proberen?’ vroeg ik. Mijn anders zo krachtige stemgeluid klonk als een hese stoomketel. 

Het leek zo’n goed idee om samen met onze nieuwe buren een maaltijd te organiseren.

‘Zij zijn nu eenmaal anders. Alleen die geur van het eten al.’

Ze trok haar neus op, sjokte naar het gasfornuis en goot de spruitjes af. 

De nieuwe buurvrouw liep langs en stak haar hand op.

 

Nel Goudriaan, 09-10-2023

 

Uitgelicht

De anjers van de rouwkrans kleuren lichtbruin. De woorden op het lint zijn duidelijk leesbaar: “Voor mijn allerliefste”.

Ze treffen me als een giftige pijl. Recht in het hart. Ik leg rode rozen op zijn graf. Mijn witte kaartje met daarop: “Voor eeuwig verbonden” schittert in het zonlicht. Een moment van glans in mijn onzichtbare bestaan.

Nog eenmaal kijk ik achterom, denk aan de momenten van ons samen en weet dat we met onzichtbare draden aan elkaar verbonden zijn. Voor altijd.

Voetstappen naderen. Even later sta ik oog in oog met de vrouw die er mocht zijn. Zij wel.

 

© Nel Goudriaan, 20-07-2023

 

UKV's van de week: Bemoeial en Uitgelicht | Schrijven Online

 

Limonadefontein

Het zonlicht beschijnt de fontein in de vijver. Twee meisjes met blonde vlechten lopen af en aan met flessen ranja. Uit de voorraadkast. “Twee halen, één betalen”.

Ze gieten de siroop in de vijver. ‘Nu hebben wij een limonadefontein.’ Ze dansen van blijdschap.

Sierlijk spuit het water omhoog. Een zoete geur verspreidt zich door de tuin. Op de stenen naast de vijver krioelen duizenden mieren die zich tegoed doen aan de onverwachte lekkernij.

‘Kom,’ zegt het ene meisje tegen het andere, ‘we nemen een duik.’

Ze plonzen in het oranjekleurige water.

In de verte nadert een wolk van wespen.

 

© Nel Goudriaan, 10 juli 2023

 

Kwijt

Bij fietsknooppunt 62 staat een man in een grijze afritsbroek en een helderblauw T-shirt. Hij leunt op een e-bike met daaraan twee geruite fietstassen.

‘Heeft u mijn Anja gezien?’ vraagt hij. ‘Ze draagt dezelfde kleding als ik. Ik ben haar onderweg kwijtgeraakt.’

‘Hoe kan dat nu?’

‘Ik dacht dat ze gewoon achter me aan fietste, toen ik linksaf sloeg.’ Zijn stem slaat over. ‘En ik bewaar haar telefoon.’

‘Als u hier blijft staan, fiets ik rond en zeg haar dat u hier op haar wacht.’

Even later zie ik Anja. Haar rode konen steken fel af tegen het hemelsblauw.

 

© Nel Goudriaan, 6 juli 2023

 

Maten

Breedgrijnzend staat Joop op de stoep met onder zijn arm een keldertrap. ‘Goedemorgen, daar ben ik weer. Ik heb vandaag mijn maat meegenomen, want deze klus kan ik niet in mijn eentje klaren.’

Hij werkt zich met zijn grote lijf in de kelder. Het is passen en meten met de trap. Zijn maat loopt constant heen en weer om boormachines, schroeven en ander materiaal te halen.

‘Wij leveren maatwerk,’ zegt Joop, als ook zijn collega zich in kelder heeft gewurmd. Vier handen werken synchroon om de trap te bevestigen.

‘We zijn twee tortelduiven op een trappie,’ zingt Joop.

 

© Nel Goudriaan, 19 juni 2023

 

Amsterdam Zuid

De hakken van haar Louboutin pumps klikken op de stenen vloer van de groentejuwelier. Haar ogen glijden langs de vitrine, waar exquise salades, verse vruchten en glanzende groentes zijn uitgestald.

De heldere kleuren zijn niet te vergelijken met de bleke tinten uit de supermarkt. Daar komt ze allang niet meer. Ook al vanwege het publiek: armoedig en smakeloos gekleed.

De winkelier knikt haar toe.

‘Heeft u voor mij vijf druiven, 30 gram ijsbergsla, twee aardbeien en drie bramen? Graag afzonderlijk verpakt.’

De vier zakjes stopt ze in haar Armani tas.

‘Dat is dan € 14,99’

 

© Nel Goudriaan, 13 juni 2023 

 

Ze briest: ‘Wat een afzetterij.’

Luisteren

Het bos heeft haar eigen geluiden het gezang van vogels, de fluistering van de wind tussen de bladeren. Een verre koekoek roept.

Ik lig met mijn hoofd op het mos en luister.

Gedachten verdwijnen uit mijn hoofd, alsof het slechts een tijdelijke woning is. Zoals toeristen hun vakantiewoningen verlaten na een kortstondig verblijf.

Nu ik meer ruimte heb, versta ik wat de ruisende bladeren zeggen. Geen woorden met een vastomlijnde betekenis, maar klanken die de ziel raken. Zoals een violist de snaren beroert. Als je goed luistert, hoor je in de ijle klanken een lied van heimwee en verlangen.

 

© Nel Goudriaan, 23 juni 2023

 

Bramen plukken

 

Bramen plukken

 

Jip en Janneke lopen in het bos.

‘Ik hoop dat er veel bramen zijn,’ zegt Jip.

‘Anders ik wel,’ antwoordt Janneke.

Ze dragen allebei een wit rokje.

‘Nu zijn we zusjes.’ Jip lacht. ‘Ik vind het veel leuker om, net als jij, een meisje te zijn.’

Janneke kijkt bedenkelijk. ‘Ik weet het niet, hoor.’

Ze plukken handenvol bramen en eten ze op.

Het rokje van Jip blijft aan de prikkelige struiken hangen. Met handen, rood van de bramen, rukt ze haar rokje los. Het scheurt en zit vol vlekken.

‘Hoe doe jij dat toch met zo’n rokje?’

‘Nou gewoon.’

 

Gladstrijken

Gladstrijken

 

‘We werken tot het maaiveld, mevrouwtje,’ antwoordt Joop, als ik hem vraag of hij een paar gaten in de keldermuur wil dichten.

Mijn gezicht betrekt.

‘Maar ik ben de kwaaiste niet. U zorgt voor een tube allesvuller en ik strijk uw muurtje spiegelglad. Ik maak u graag blij. Ja, toch!’ Hij geeft me een vette knipoog.

Fluitend gaat Joop aan de slag.

‘Gefixt! Uw kelder is waterdicht. Geen gaatje meer te bekennen. Ik zag nog net een piepkleine muis wegrennen door het laatste gat.’

De rillingen lopen me over de rug.

Joop lacht. ‘Uw kelder is muisvrij. Voor altijd.’

 

© Nel Goudriaan 03-04-2023

 

Geluk hebben

Om vijf voor acht gaat de bel. Met ongekamde haren haast ik me naar beneden.

Breed glimlachend staat Joop op de stoep. ‘Ik zou pas om elf uur komen, maar u hebt geluk. Het zit vandaag allemaal mee. Holadijee.’

Joop verdwijnt de kelder in om een cementlaagje aan te brengen.

De buitendeur staat wagenwijd open. Een ijskoude wind waait door het huis.

Rillend warm ik mijn handen aan een kop hete koffie, terwijl Joop de sterren van de hemel zingt:

“Ik leef m'n leven, zoals ik dat wil. Ik bemoei me toch ook niet met een ander?”

 

© Nel Goudriaan, 31-03-2023

Georgios

Ondanks dat hij weinig praat, is hij alomtegenwoordig. Tijdens zijn spaarzame pauzes zit hij aan mijn tafel. Uit een koelbox tovert hij een broodtrommel tevoorschijn met zeven witte kadetjes die hij in de tzatziki doopt en zwijgend verorbert.

Overal waar hij is geweest, zijn gaten in de muur weggewerkt en gladgestreken.

Af en toe roept hij en schiet ik uit mijn schuilplaats tevoorschijn. Ik kies een kleur uit zijn stalenkaart of verwijder een schilderij van de muur.

Grauwe muren schildert hij wit en doffe beige tinten lichten goudgeel op. Alsof hij de Griekse zon meenam naar deze sombere moerasdelta.

 

© Nel Goudriaan, 22-03-2023

 

Verwaaien


Gele en paarse krokussen glanzen in het zonlicht. Op een bankje in het park zit een man.
‘Mooi lenteweer, hè, zegt hij. ‘Kom erbij, dame, plaats genoeg.’
Ik aarzel. Zijn duffelse jas ruikt muf en hijzelf ziet er niet al te fris uit. Toch kan ik zijn smekende blik niet weerstaan en ga naast hem zitten. 
Liefkozend glijden zijn handen over de houtje-touwtje sluiting. ‘Mijn vrouw heeft deze jas zelf gemaakt. Lang geleden.’
Zijn ogen dwalen af, alsof hij zich niet meer bewust is van mijn aanwezigheid.
Een zoele windvlaag waait over zijn jas en neemt oude geuren mee.

©️Nel Goudriaan, 02-03-2023

Deugmens

 

Gespannen tuurt hen naar de bladzijden van het boek. In de linkerhand een loep, in de rechterhand een rood potlood. Scherp geslepen.

‘Weer één! Een kras door het woord “dik”. ‘Fatshaming, dat kán en mág niet.’ Kijk eens: de schrijver noemt iemand “dom”. Een kind krijgt nachtmerries van zo’n woord. Weg ermee.’

En “blanke vla”, hoe durft hij?’

De punt breekt af.

Vol woede slijpt hen het potloodstompje. Voor de zoveelste keer.

 

Intussen keert een schrijver zich om in zijn graf en kermt zo luid dat de vogels op de vlucht slaan. Een ijzingwekkende stilte rest.

 

© Nel Goudriaan, 20-02-2023

 

 

Gouden glans

 

‘Feliciteer me,’ fluistert Henk in Anja’s oor. Hij streelt haar slaperige wangen.

‘Waarmee? Je bent toch niet jarig?’ Van schrik zit Anja rechtop in bed.

Henk schuift de gordijnen open. De vroege morgenzon brengt een glans op Anja’s gezicht.

Hij overhandigt haar zijn scheerspiegel. ‘Lieverd, bekijk jezelf eens goed.’

‘Ik heb mijn haren nog niet gekamd.’

Henk verdwijnt naar de kamer. Even later klinkt op volle sterkte “My funny Valentine”

‘Begrijp je het nu? Hij legt een rode roos op haar schoot en kust haar.

‘Jij maakt me de gelukkigste man van de wereld. Feliciteer me.’

‘Gekkie.’ Anja bloost.

 

© Nel Goudriaan, 14-02-2023

 

De vergadering

 

Het is druk in de vijver. De zwaan maant de andere dieren tot stilte. ‘We zijn hier bijeen om een nieuw woord te kiezen.’

De kikker protesteert: ‘Tegen mijn wil.’

De zwaan vervolgt: ‘Verkikkerd is een lelijk woord. Ik stel voor: ‘Verzwaand.’

‘Haha, verwaand zul je bedoelen,’ kwaakt de kikker.

‘Vereend is mooier. Samen één worden.’ Triomfantelijk kijkt de eend in het rond.

‘Verfuut, dat is nog eens een prachtig woord. Je hoort er de lente in. Het klinkt ais “verliefd”.’

Zelfs de kikker is er stil van.

‘Laten we stemmen,’ zegt de zwaan op droevige toon.

 

©Nel Goudriaan, 30-01-2023

 

De wens

Boven me vliegt een adelaar: koning van de lucht, heerser van de hemel. Met uitgestrekte  vleugels tast hij de wolken af. De wind voert hem naar ongekende hoogten.

Ik wenste dat ik die adelaar was: zijn moed, zijn kracht, zijn schoonheid.

Met zijn scherpe blik ziet hij de muis al vanuit de verte. Hij duikt neer en verscheurt hem met zijn grote haaksnavel. Op nog geen vijftig meter afstand van mij.

Muizen jagen me angst aan. Het kortstondige lijden van dit diertje maakt me zo droevig, dat ik me voor even verzoen met mijn lot een mens te zijn

 

© Nel Goudriaan, 17-01-2023

 

Onheil, een ultrakorte thriller

De kelderdeur staat op een kier.

©In de gang hangt een weeïge geur van zachte zeep. De zwart-wit geblokte vloer glanst als een spiegel. Aan de kapstok hangt een knaapje zonder jas.

De regen klettert tegen de ruiten, als een troep soldaten op weg naar het slagveld.

Na een druk op het lichtknopje, valt me op dat de meubels niet op hun gebruikelijke plek staan. Ik voel me een vreemde in mijn eigen huis.

Vanuit de kelder komt een zacht, klagelijk gekerm. Nog voordat ik de deur kan openen, grijpt een ijskoude hand me van achteren in de nek.

 

© Nel Goudriaan, 18-01-2023

 

 

Joop

'Moet je haar nu zien zitten op de bank in die afgedragen jurk. Ik werk me te pletter en zij jaagt mijn geld erdoorheen. Ze zou genoeg moeten kunnen overhouden om een kekke outfit te kopen.

‘Zeg, Annie, zou je je niet eens omkleden? Zo ga ik niet met je over straat.’

‘Geef me dan maar meer huishoudgeld.’ Stampvoetend gaat ze de trap op.

 

Daar staat ze. In mijn nieuwe maatpak. Het lef!

‘Voor jou ben ik voortaan Antoinette. Dat je het maar weet.’

Nog kapsones ook. Voordat ze de buitendeur dichtsmijt roep ik: ‘Je krijgt geen cent meer.’

 

© Nel Goudriaan, 10-01-2023

 

Annie

‘Annie, zou je je niet eens opdoffen? Je ziet eruit als een voddenbaal. Zo kan ik niet met je naar het feest.’ Zijn afkeurende blik snijdt als een scherp mes door haar ziel.

‘Dit is mijn mooiste jurk,’ zegt ze. ‘Van het huishoudgeld dat jij mij geeft, houd ik niets over.’

‘Geef mij maar weer de schuld; jij leeft met een gat in je hand.’

Ze verdwijnt naar de slaapkamer en trekt een van zijn vele maatkostuums aan. Glanzend grijs met een streep. Ze kamt haar haren en kneedt ze in model met zijn wax.

‘Zo goed?’ vraagt ze.

 

© Nel Goudriaan, 06-01-2023

 

Man met hond

Je kon er de klok op gelijk zetten. Elke avond om acht uur precies liep hij door de poort, zijn hond strak aangelijnd. Niemand kende hem.

In dit deel van de stad leefden de mensen binnen hun eigen muren. ‘s Morgens vroeg vertrokken ze naar hun werk en ‘s avonds keerden ze terug.

Op een van die avonden jankte de hond. Zonder ophouden. Het geluid van een wolf in doodsnood.

Af en toe verscheen een hoofd tussen de gordijnen. Tijdens het journaal gingen de volumeknoppen omhoog. De drietonige sirene hoorden ze niet. Wel de stilte daarna. Indringend en unheimisch.

 

© Nel Goudriaan, 03-01-2023