Mijn lief (1)

Rode rozen

 

Als Clara aankomt bij het graf, ziet ze een bos rode rozen. Ze zijn vers, er hangt een kaartje aan: ‘Rust zacht, mijn lief.’

Wie heeft deze rozen bij haar Gerard neergelegd? Haar knieën worden slap. Ze wankelt, er trekt een waas voor haar ogen.

‘Gaat het, mevrouw?’ vraagt een oudere heer die voorbijkomt.

Ze schudt haar hoofd.

‘Het valt niet mee een geliefde te verliezen.’ Hij kijkt naar de rozen. ‘Mooi boeket. Veel sterkte.’

 

Clara grist de rozen van de steen, smijt ze in de groenbak en rent weg.

 

@Nel Goudriaan, 14-07-2019

 

Mijn lief (2)

Telkens weer

 

De rozen zijn weg. Zelfs het lint met daarop ‘Voor mijn lief’ is verdwenen. Verbijsterd kijkt Evelien naar de lege plek bij het graf. Gerard had al eens verteld dat Clara extreem jaloers was, maar dat ze zo ver zou gaan ...

 

Ze denkt terug aan de afscheidsdienst. Op het laatste moment was ze binnengeslopen en vond een stoel op de achterste rij. Voor haar verdriet was geen plaats. Sterker nog: ze bestond niet.

Mooie woorden over een hardwerkende huisvader en trouwe echtgenoot striemden haar ziel.

 

‘Lieveling, ik zal rozen voor je kopen. Telkens weer.’

 

@Nel Goudriaan 15-07-2019

 

Mijn lief (3)

Wraak

 

Ondanks de regen is Clara niet van plan naar huis te gaan. Ze leunt tegen de stam van een beuk met uitzicht op het graf. Zeven bossen rode rozen smeet ze in de groenbak. Wie brengt háár lief dagelijks bloemen? Die indringster zal ze op heterdaad betrappen.

 

Voetstappen weerklinken: een vrouw onder een zwarte paraplu nadert het graf. Ze buigt voorover en legt een bos rozen neer.Clara grijpt haar kans en duwt haar met haar gezicht in de dorens.‘Je verdiende loon!’De vrouw staat op; bloed druipt langs haar wangen.Clara herkent haar uit duizenden: ‘Jij hier?

 

 © Nel Goudriaan 17-07-2019

 

Mijn lief (4)

Verraad
Twee vrouwen staan bij het graf. Clara is de eerste die haar mond opendoet:
‘Wat doe jij  bij mijn Gerard. Je woont toch in Frankrijk?’
‘Ik woon in Breezand,’ antwoordt Evelien.
‘En die berichten op Facebook met foto’s van jouw huis?’
‘Ik logeer regelmatig bij mijn nicht in Bretagne.’
Clara onderdrukt de neiging haar in het gezicht te slaan:
‘Zo ga jij om met je vriendin: je vertelt haar leugens en pikt haar man in.’

Clara beent de begraafplaats af. 
Breezand: Gerard bezocht daar twee keer per week de kaartclub.
‘Trouw tot in de dood,’ beloofden ze elkaar ooit.

© Nel Goudriaan 18-07-2019

 

Mijn lief (5)

De tuinman

Tevreden slaat hij de graven gade: netjes aangeharkt, dorre bladeren verwijderd.
Elke dag weer geniet hij van zijn werk op de begraafplaats. De eeuwenoude bomen kent hij alle bij naam. De zang van de merel begeleidt hem als hij de kruiwagen met afval naar de groenbak rijdt.
Tot zijn verbazing ziet hij daarin bossen rozen, nog in cellofaan verpakt. Ze lijken nog vers.
Hij pakt een bos en zijn oog valt op het kaartje: “Voor mijn lief”.
Zonde om weg te gooien.

Zijn vrouw straalt als hij haar de rozen overhandigt.
‘Wat lief van je en zo’n mooi kaartje.’

© Nel Goudriaan 18-07-2019

 

Mijn lief (6)

De bloemenman

Haar gezicht is toegetakeld, besmeurd met opgedroogd bloed. Pas als ze haar mond opendoet, herkent hij haar De afgelopen week kocht ze dagelijks rode rozen met een kaartje ‘Voor mijn lief’ erbij. De laatste keer vroeg hij haar gekscherend: ‘Wie is toch de gelukkige?’
Zij glimlachte alleen maar.

‘Wat is er met u gebeurd? Ik hoop niet dat uw lief de dader is.’
‘Nee, de kat heeft me lelijk gekrabd.’
‘Wat verschrikkelijk voor u. Nu zou uw vriend eens rozen voor ú moeten kopen.’
‘Heeft u voor mij de allermooiste bos?’
‘Jazeker, u krijgt hem gratis vandaag.’

Mijn lief (7)

Schemering 

Evelien glipt, vlak voordat de schemering invalt, de begraafplaats binnen. Even later sluit de tuinman het hek. Gelukkig ziet hij haar niet.
Regelrecht loopt ze naar het graf van Gerard. Met een stok schrijft ze in het zand: ‘Voor mijn Lief’.
Daarna legt ze de rozen éën voor één neer.
‘Niemand neemt je van me af,’ fluistert ze
‘Jij bracht altijd bloemen voor me mee. Nu doe ik dat voor jou.’
Ze pakt haar mobiele telefoon. Nog voor het duister definitief intreedt maakt ze een foto en plaatst deze op Facebook.
Daarna vlijt ze neer op de zwarte aarde.

Mijn lief (8)

Roomvla

Een voor een legt Evelien de rode rozen op het graf.
‘Nu ben je van mij alleen, Gerard.’
Een merel zingt.
‘Waarom koos je niet voor me, toen je nog leefde?’
Een ekster krast.
‘Ik was voor jou het toetje, de krent in jouw pap. Clara was jouw hoofdgerecht.
Je beloofde me steeds weer bij haar weg te gaan ...’
Heerlijk vond je mijn zelfgemaakte  roomvla, vooral die laatste avond.
‘Een bijzondere smaak, net zo speciaal als jij,’ waren je afscheidswoorden.
Uit haar koeltas neemt ze de roomvla die ze voor zichzelf bereidde.
‘Voor eeuwig ben ik de jouwe.’

Mijn lief (9)

Verdacht 

Verbijsterd bekijkt Clara de foto op Facebook: een graf bedekt met rozen, in het zand de woorden ‘Voor mijn lief’.
Nu is Evelien echt te ver gegaan. 
Ze typt een woedende reactie, maar verwijdert deze weer.
Uit de schuur pakt ze een hamer en stopt deze in haar tas. 
 
Als ze aankomt bij de begraafplaats, staat er een politieauto. Om het graf van Gerard is een rood-wit lint gespannen. De contouren van een vrouwenlichaam  
zijn zichtbaar. 
Clara gilt.
Een agent neemt haar bij de arm. De tas valt op de grond.

‘U bent aangehouden op verdenking van moord.’