· 

Gastblog Frans van der Eem

 

 

Schrappen is niet genoeg
-----------------------------------

 

Enkele dagen terug publiceerde vriend Erik van der Velden 'De smaak van tranen'. Een mooi verhaal, dat in een tweede versie nog krachtiger werd. Erik is een gretig schrijver van beeldend proza en trapt zo nu en dan in dezelfde val als wij allemaal: het wordt soms té mooi. Oorzaak daarvan zijn de bekende overdaad aan bijvoeglijke naamwoorden en bloemrijke zinnen. Niks mis mee voor een eerste versie, zolang die maar gevolgd wordt door reflectie en (zelf)redactie.

 

In mijn feedback op Eriks verhaal geef ik enkele voorbeelden van 'té mooi' en suggesties om dat te verbeteren. Hierbij denkt iedereen natuurlijk onmiddellijk aan het bekende adagium 'Schrijven is schrappen', maar ik ben altijd wat ongelukkig geweest met die uitspraak. Hij zou m.i. moeten luiden: 'Schrijven is schrappen en herschrijven'. Iets wat elke schrijfcoach je leert, maar eenmaal weer aan de eigen schrijftafel is het nu eenmaal verleidelijk om het te laten bij dat 'schrappen'. Natuurlijk herschrijft iedere schrijver, maar ik zie dat vooral gebeuren op verhaalniveau. En dat terwijl een goed, krachtig verhaal begint bij goede, krachtige zinnen. Oftewel: stijl.

 

Wat me brengt bij de twee beste boeken over stijl die ik ken: 'Handboek Stijl' van Peter Burger en Jaap de Jong, en 'Gevoel voor stijl' van Stephen Pinker. Over het 'Handboek' heb ik al eerder de loftrompet gestoken, maar het kan geen kwaad hier eens te citeren uit het minder bekende boek van Pinker. Dit ter lering van een ieder die zich - als schrijver en/of als redacteur - beperkt tot het uitkleden van zinnen.

 

'Het advies om onnodige woorden weg te laten moet niet worden verward met de puriteinse verordening dat iedere schrijver al zijn zinnen moet reduceren tot de kortste, magerste, soberste versie. Zelfs schrijvers die duidelijkheid hoog in het vaandel dragen doen dat niet. Dat komt omdat de moeilijkheid van een zin niet alleen afhangt van het aantal woorden, maar van de configuratie van de zin (en de plaats van de woorden daarin).'

 

En (ik parafraseer hier nu): 'Het weglaten van overbodige woorden betekent niet dat elk los woord dat in de context overbodig lijkt, moet worden geschrapt. Veel woorden die we kunnen missen, voorkomen dat de lezer een verkeerde afslag neemt bij het navigeren door de zin.'

 

Ik pleit, in navolging van Pinker, voor sober én krachtig, te beginnen op woord- en zinsniveau. Een te mooi verteld verhaal is geen krachtig verhaal. Maar een verhaal dat zin voor zin tot op het bot is uitgekleed, is bloedeloos.

 

 

Aanvulling:

Ik moest ook denken aan het prachtige verhaal 'The Snows of Kilimanjaro' van Ernest Hemingway. Dat wordt beschouwd als een 'stream of consciousness (SoC)' - verhaal. Veel (aspirant) schrijvers die de verkeerde schrijfboeken lezen, denken dat SoC het ultieme is. Lekker die paar duizend woorden per dag laten stromen en dan heb je een verhaal. Zie NaNoWriMo.

Niets is minder waar. De vermeende SoC van Hemingway is in werkelijkheid een superieure beheersing van taal & verhaal. Hemingway herschreef zijn zinnen (Citaat: 'Mijn hele leven ben ik zoek geweest naar die ene perfecte zin') ontelbare malen. Altijd met oog voor het complete verhaal.

 

Frans van der Eem  07-02-2020