“Het miraculeuze van literatuur is dat je in het leven van anderen kunt stappen. Je beleeft de gedachten en gevoelens van een ander alsof het de jouwe zijn. Je leert mensen beter kennen dan in je echte leven. Sla je het boek dicht dan is er in het beste geval in jou iets in trilling gebracht. Je kijkt ergens anders tegenaan, je vraagt je iets af, je beschouwt je omgeving met andere ogen. Een geslaagde roman drukt een waarheid uit die verder gaat dan literaire verbeelding en dan de feiten uit het echte leven waar het boek mogelijk op is gebaseerd. Soms kun je door iets te verzinnen dichterbij de waarheid komen.”
https://www.tzum.info/2018/12/recensie-a-f-th-van-der-heijden-mooi-doodliggen/
Dit las ik vanmorgen op zoek naar een recensie over A.F.Th. van der Heijden, Mooi doodliggen.
Wat geldt voor de lezer, is ook van toepassing op de schrijver: personen nestelen zich in je hoofd. Zelfs 's nachts laten ze je niet los. Je leeft hun leven, kijkt met hun blik naar de wereld, je verdiept je in hun leefomgeving. En dan komt het moment dat je over je hoofdpersoon moet schrijven.
Als lezer houd ik van boeken waarin ik me kan identificeren met een personage (hoe ver hij/zij ook van me afstaat).Ik wil hen begrijpen, invoelen wat hen drijft. Een goede schrijver biedt me die kans. Ik wil me ook laten verrassen door zijn keuzes, die geheel anders kunnen zijn dan de mijne.
Terecht zegt Miriam Piters in bovenstaand citaat, dat een geslaagde roman meer biedt dan de feiten uit het echte leven en uitgaat boven literaire verbeelding. Verhalen die blijven steken in de anekdote zijn hoogstens vermakelijk, maar ze raken geen diepere snaar.
Als schrijver zie ik het als een uitdaging om mensen te raken. Meer te vertellen dan het verhaal alleen. Daarom slaat bij mij de twijfel vaak toe: doet mijn verhaal er werkelijk toe? Leeft mijn personage? Ik schrijf en schrap, wissel van perspectief, begin het verhaal opnieuw.
Schrijven is geweldig om te doen, maar het is ook hard werken.